X
Santip Santip Bekijk Santip artikelen
Nivo Nivo Bekijk Nivo artikelen
Vakpublicaties Vakpublicaties Bekijk vakpublicaties
Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief

Niet alleen technisch advies
maar tevens een sparringpartner
en vertrouwenspersoon

Crypto-winst bron van inkomen?

Nivo 2022 - 27

Net als de aandelenkoersen kleuren ook de cryptokoersen momenteel zwaar in het rood. Menig belegger heeft zijn/haar winsten zien verdampen. Maar er zijn natuurlijk ook altijd winnaars. Diegene die net op tijd hun beleggingswinst hebben verzilverd en daardoor forse vermogenssprongen hebben gemaakt.
Zijn dat soort winsten belast als bron van inkomen in box 1?
Daarover bestaat tot op heden zeer weinig jurisprudentie.
De rechtbank Gelderland heeft op 23 mei 2022 min of meer als eerste rechtbank haar licht hierover laten schijnen. Ik zal deze casus met u bespreken.

ECLI:NL:RBGEL:2022:2836 (d.d. 23.05.2022)

X ontwikkelt in zijn vrije tijd een trading bot die voordeel moet behalen met koersverschillen zoals die zich met betrekking tot dezelfde cryptovaluta kunnen voordoen op verschillende handelsplatforms.

In de jaren 2015 en 2017 behaalt X hier aanzienlijke resultaten mee. In 2018 gaat het duidelijk minder en behaalt X forse verliezen.

De inspecteur is van mening dat de resultaten die X behaalt moeten worden aangemerkt als winst uit onderneming. X stelt dat er sprake is van zuiver speculatieve transacties.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de activiteiten van X met betrekking tot de cryptovaluta een zogenaamde “bron van inkomen” in box 1 vormen.
Er is geen sprake van structureel positieve resultaten die in causaal verband staan tot de door X verrichte extra arbeid.

De rechtbank wijst daarbij op beleid van de staatssecretaris zoals verwoord in de brief van 28 mei 2018, V-N 2018/31.3. Van belang is dat cryptovaluta zijn te beschouwen als hoog speculatieve vermogenstitels.
Dit blijkt ook wel uit het feit dat X, na het goede jaar 2017, in 2018 aanzienlijke verliezen heeft geleden.

Ook maakt de inspecteur het verband tussen de veronderstelde extra arbeid en de positieve resultaten van 2015 en 2017 niet aannemelijk.
De winst die X heeft gemaakt is volgens de rechtbank niet toe te schrijven aan de arbeid die hij heeft verricht. Dat X zich arbeid heeft getroost en naast zijn werk in 2015 een algoritme heeft geschreven waarmee hij de cryptovalutamarkt is opgegaan, betekent nog niet dat de winst die door X is behaald kan worden toegeschreven aan die arbeid. Het positieve resultaat is volgens de rechtbank eerder toe te schrijven aan de gestegen koersen van de diverse, hoog speculatieve, cryptovaluta.
En dat is iets waarop X geen invloed heeft kunnen uitoefenen. Althans, uit niets volgt dat X hierop enige invloed heeft gehad (net zo min als hij invloed heeft gehad op het door hem in 2018 geleden verlies).

Onder die omstandigheden heeft naar het oordeel van de rechtbank speculatie te gelden als het overheersende element van eisers activiteiten. Van een objectieve voordeelsverwachting die is te koppelen aan ‘extra’ arbeid van eiser is geen sprake, en dus is er ook geen sprake van een bron van inkomen.

Het gelijk is aan X.

Conclusie

In deze casus oordeelt de rechtbank positief voor de belastingplichtige.

Maar wat nu als er alleen structurele winsten waren behaald? En de ene rechter is de andere niet. Dat blijkt maar al te vaak in het fiscale recht.

Kortom wees u bewust dat “een zwaluw nog geen zomer maakt”.
Niet valt uit te sluiten dat in een andere casus het gelijk aan de kant van de fiscus valt.

Maar de eerste fiscale overwinning is voorlopig in het voordeel van de belastingplichtige.