X
Santip Santip Bekijk Santip artikelen
Nivo Nivo Bekijk Nivo artikelen
Vakpublicaties Vakpublicaties Bekijk vakpublicaties
Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief

Niet alleen technisch advies
maar tevens een sparringpartner
en vertrouwenspersoon

Wel/niet inbreng van schenkingen? (deel II)

NIVO 2019-46

Blijkbaar “zweven” onderwerpen vaak in de lucht. In mijn vorige column van 2 weken terug
schreef ik dat dat de “baby-boomers” vaak veel vermogen bezitten. Kort daarna kwam het
bericht in de Telegraaf dat de millennials, de kinderen van die baby-boomers, misschien wel
de rijkste generatie ooit worden als gevolg van “The Great Wealth Transfer”, ofwel de
Grote Vermogensoverdracht van de baby-boomers naar de millennials.
 

Juridische spelregels verschillend vóór en na 1 januari 2003

In deel I zette ik de juridische spelregels over het wel of niet inbrengen van schenkingen in de nalatenschap
voor u op een rijtje. Het kan namelijk zijn dat de bedragen die u geschonken heeft aan uw kinderen
verschillend zijn maar dat u toch wenst dat uiteindelijk bij uw versterf elk kind evenveel verkrijgt.

Ik heb u daarbij verteld dat de juridische spelregels verschillend zijn met betrekking schenkingen vóór
1 januari 2003 (oude erfrecht) en na 1 januari 2003 (nieuwe erfrecht). 

Spelregels oude erfrecht: wel inbrengverplichting, tenzij

Spelregels nieuwe erfrecht: geen inbrengverplichting, tenzij.

Opname wel inbrengverplichting

U heeft de wens dat er zowel de schenkingen vóór als na 1 januari 2003 moeten worden ingebracht.
Van belang is dan dat de inbrengverplichting schriftelijk vastgelegd wordt. Wanneer die verplichting niet
geregeld is bij het doen van de schenking, dan kan men dit achteraf bij testament bepalen.

Het is echter niet mogelijk om een kind die in het verleden een schenking vrij van inbreng heeft gekregen
achteraf bij testament tot inbreng ervan te verplichten.

Hoezeer de wens van de ouder(s) te begrijpen is, moet u zich tegelijkertijd wel realiseren dat er aan
de inbrengverplichting haken en ogen (aan kunnen) zitten. De vraag is namelijk of de schenkingen in
verre verleden nog goed te traceren zijn. Het kan dus bij uw versterf veel discussie/conflicten opleveren.

In het voorbeeld hieronder gaan we er vanuit dat de schenkingen goed in beeld zijn en daarover geen
discussie bestaat.

Voorbeeld

De inbreng van schenkingen in de nalatenschap van een ouder vindt plaats door middel van verrekening
van de waarde van de schenking met het erfdeel. Het is dus niet zo dat de begiftigde de schenking
daadwerkelijk moet inbrengen in de nalatenschap, maar diens erfdeel wordt hooguit verminderd tot nihil.
Je hoeft als ontvanger van de schenking (gelukkig) dus nooit “bij te betalen” aan een erfenis als de
schenking in het verleden hoger blijkt te zijn dan het erfdeel.

De nalatenschap van moeder is € 300.000. Zij heeft twee kinderen. Kind A heeft tijdens leven een
(vrijgestelde) schenking van € 100.000 ontvangen met inbrengverplichting. Kind B heeft geen schenkingen
gekregen. De fictieve nalatenschap bedraagt hierdoor € 400.000.

 

Kind A

Kind B

Erfdeel na inbrengplicht

200.000

200.000

Af: ontvangen schenkingen

100.000 -/-

0

Bruto verkrijging

100.000

200.000

Conclusie

Het opnemen van een inbrengverplichting (bij schenking of in testament) is absoluut specialistisch
maatwerk. Er moet zeer goed over nagedacht worden met uw adviseur en notaris ter voorkoming van
problemen later. En dan nog is de vraag of problemen voorkomen kunnen worden.

Dit is dan ook de reden dat vrijstelling (dus geen inbrengverplichting) van de inbrengverplichting veel
populairder is. Maar of dat altijd eerlijk is dat is natuurlijk vers twee.