Yes! Fiets van de zaak.
NIVO 2020 - 08
In mijn column in september 2018 kondigde ik reeds aan dat er weer een nieuwe (voordelige)
fietsregeling aan zat te komen. Jammer genoeg duurt de invoering ervan dan toch weer tot
1 januari 2020. Maar hij is er. Dus niet klagen. Vanaf 1 januari 2020 geldt er een forfaitaire
bijtelling voor terbeschikkinggestelde fietsen. Hieronder de hoofdlijnen van de nieuwe regeling.
Ik verwacht dat deze nieuwe regeling een groot succes zal worden. Dus werkgevers, wees alert!
Nieuwe regeling
Vanaf 1 januari 2020 tellen werkgevers 7% van de waarde van een ter beschikking gestelde fiets bij het
loon van de werknemer voor woon-werkverkeer en onbeperkt privégebruik.
Geen ingewikkelde berekeningen meer. Gewoon een vast percentage van 7% dat elk tijdvak bij het loon
van de werknemer wordt opgeteld. Op jaarbasis is dat 7% van de consumentenadviesprijs van de fiets.
En jouw fiets van de zaak kan elk type fiets zijn. Van stadsfiets tot elektrische fiets en van bakfiets tot
speed-pedelec.
Let wel! Dat de ter beschikking stelling ten koste kan gaan van een reiskostenvergoeding. Dus is het
van belang om de gehele fiscale positie als werknemer goed te (laten) bekijken.
Voorbeeld
Als een werknemer in 2020 een elektrische fiets ter beschikking gesteld krijgt van bijvoorbeeld
€ 1.200, die hij ook privé mag gebruiken, moet de werkgever elk jaar (7% x € 1.200) € 84 bij zijn belast
loon tellen. Per maand komt dat neer op bruto bijtelling van € 7. Dus netto kost dat de werknemer dan
ongeveer € 3 per maand!
Het moet voor de nieuwe regels wel écht gaan om een terbeschikkingstelling.
In principe moet de werknemer zijn fiets dus inleveren als de werknemer uit dienst gaat. Maar met de
werknemer kan natuurlijk worden afgesproken dat hij de fiets bij uitdiensttreding zal overnemen tegen
de dan geldende waarde.
Conclusie
Ik verwacht dat deze nieuwe regeling zeer succesvol zal worden. Het is ook zeker een leuke regeling
voor zowel de werkgever als de werknemer. Fiscaal is de bijtelling voor de werknemer relatief “goedkoop”.
De lasten liggen dus voornamelijk bij de werkgever. Als de werkgever die lasten (wat) te hoog vindt, kan
de werkgever een eigen bijdrage van de werknemer vragen per maand. Bijvoorbeeld ter grootte van het
bedrag aan de bijtelling. Die eigen bijdrage is aftrekbaar van de bijtelling, dus per saldo wordt er dan niets
belast. Als de eigen bijdrage hoger is dan de bijtelling, dan ontstaat er geen extra aftrek. Dat is fiscaal
gezien dus niet handig.
De eigen bijdrage van de werknemer is maximaal aftrekbaar tot de hoogte van de bijtelling.
Naast het feit dat de ter beschikking stelling relatief goedkoop is voor de werknemer, zit het voordeel er
tevens in dat na verloop van tijd de werknemer de fiets tegen een zakelijk prijs van de werkgever kan kopen.
Er vanuit gaande dat de een fiets steeds minder waard is na verloop van tijd, zullen die bedragen relatief
meevallen.
Maar let wel, er moet een zakelijke prijs worden betaald. Anders kan de fiscus die transactie corrigeren!
Ik heb hierboven de hoofdlijnen geschetst. Maar een fietsregeling houdt uiteraard meer in dan alleen de
fiscale regels. Dus dat is voor elke werkgever maatwerk. Wilt u als werkgever hierover meer weten?
Neemt u dan gerust contact met ons op. We zijn hierin gespecialiseerd.