X
Santip Santip Bekijk Santip artikelen
Nivo Nivo Bekijk Nivo artikelen
Vakpublicaties Vakpublicaties Bekijk vakpublicaties
Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief

Niet alleen technisch advies
maar tevens een sparringpartner
en vertrouwenspersoon

Waar ben ik aan begonnen?

Nivo 2022 - 7

Deze vraag gaat bijna dagelijks door het hoofd van de nieuwe staatssecretaris van Financiën Marnix van Rij. Dat is zeker. In mijn column “Hoge Raad is het zat” schreef ik dat de overheid, naar aanleiding van de uitspraak d.d. 24 december 2021 van de Hoge Raad, rechtsherstel moet bieden voor de spaartax (box 3).
Hieronder een update van de stand van zaken hieromtrent.

Uitspraak Hoge Raad d.d. 24 december 2021

De Hoge Raad is van oordeel dat de met ingang van 1 januari 2017 geldende vermogensrendementsheffing in de inkomstenbelasting in strijd is met het EVRM in het geval iemand door dit forfaitaire stelsel wordt geconfronteerd met een heffing naar een voordeel uit sparen en beleggen dat hoger is dan het werkelijk behaalde rendement.

De Hoge Raad biedt hiervoor in deze zaak rechtsherstel door te bepalen dat alleen het behaalde werkelijke rendement uit de tot de rendementsgrondslag behorende bezittingen in de heffing wordt betrokken.

Nieuwsbericht 04.02.2022 Staatssecretaris van Financiën

De Belastingdienst heeft de collectieve uitspraak gepubliceerd in de massaal bezwaarprocedures over box 3 in reactie op het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021. Het gaat om de massaal bezwaarprocedures over de jaren 2017 tot en met 2020.

Alle ruim 200.000 bezwaarschriften worden gegrond verklaard.

In de begeleidende brief bij de uitspraak schrijft staatssecretaris Van Rij dat dit een uitspraak is op ‘hoofdlijnen’. Het is op dit moment nog niet duidelijk welke belastingplichtigen geld terugkrijgen, hoeveel dit is en wanneer.

Het kabinet moet hier nog nader naar kijken. De beslissing wordt naar verwachting genomen bij de Voorjaarsbesluitvorming begin mei 2022.

Het kabinet wil een nieuw stelsel invoeren, op basis van werkelijk rendement.
Dit kan op z’n vroegst vanaf 2025 ingaan.

Voor de tussenliggende jaren tot 2025 werkt het kabinet aan aanpassingen via spoedwetgeving. Het kabinet stuurt vóór 1 april 2022 een richtingennotitie voor de hersteloperatie aan de Tweede Kamer.

Pieter Omtzigt vraagt om info.

Pieter Omtzigt heeft gevraagd of er vooruitlopend op de uitspraak van de Hoge Raad d.d. 24 december 2021 nagedacht is hoe te handelen mocht de uitspraak van de Hoge Raad negatief uitpakken.

Deze informatie is inmiddels ook bekend en is verstrekt in de “Aanbiedingsbrief over verzoek om informatie van debat over uitspraak Hoge Raad box 3, Ministerie van Financiën, 7 februari 2022.”

Staatssecretaris Van Rij schrijft in zijn brief dat deze documenten zijn opgesteld naar aanleiding van het advies van de Advocaat-Generaal  van1 november 2021, maar vóórafgaand aan het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021.

Uit deze brief blijkt dat de Belastingdienst 3 scenario’s had uitgewerkt over het rechtsherstel van de vermogensrendementsheffing. Echter, volgens de staatssecretaris sluiten deze scenario’s niet goed aan bij het oordeel van de Hoge Raad in zijn arrest van 24 december 2021.

Uit de vrijgegeven stukken blijkt verder dat de Belastingdienst in deze 3 scenario’s nog steeds uitging van twee rendementsklassen, één voor sparen en één voor beleggen met ieder een eigen vooraf vastgesteld fictief rendement.

Verder schetst de Belastingdienst op welke wijze het herstel van deze scenario’s kon plaatsvinden: handmatig, geautomatiseerd of een variant daarvan.

Met de stukken krijgt men toch een ‘kijkje in de keuken’.

De Belastingdienst schrijft dat handmatig herstel arbeidsintensief is.
Elke aangepaste aanslag kost 1 uur tijd. Bij 120.000 aan te passen aanslagen per belastingjaar spreekt men dus over een minimale inzet van 120.000 man uur.

Dat betekent dat er circa 80 – 100 fulltime medewerkers een geheel jaar mee bezig zijn. En omdat men spreekt over rechtsherstel 2017/2018 gedurende 1 jaar, betekent dat dus minimaal 160 – 200 fulltime medewerkers. Men geeft verder aan dat er ook nog rekening moet worden gehouden met het ‘leer- en inwerkproces’ van minimaal 1 week per medewerker.  

Eindconclusie: Handmatige verwerking heeft niet de voorkeur. Ook volledige automatisering (robotisering) wordt niet als een geschikte optie gezien, vandaar dat de voorkeur uitgaat naar een variant (deels handmatig/deels robotisering)

Conclusie

De staatssecretaris geeft aan dat de 3 door de Belastingdienst uitgewerkte scenario’s niet passen. Hij zal daarom vóór 1 april 2022 komen met een zogenaamde  “richtingennotitie” voor de hersteloperatie aan de Tweede Kamer.

Wat in de reactie van de staatssecretaris vervolgens opvalt is dat er enerzijds bericht is dat alle 200.000 bezwaarschriften gegrond worden verklaard, maar anderzijds geeft de staatssecretaris ook het volgende aan:

“Het is op dit moment nog niet duidelijk welke belastingplichtigen geld terugkrijgen, hoeveel dit is en wanneer”.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het rechtsherstel er uit bestaat “dat alleen het behaalde werkelijke rendement uit de tot de rendementsgrondslag behorende bezittingen in de heffing wordt betrokken”.

Ik heb de stellige indruk dat degenen die bezwaar hebben gemaakt tegen de spaartax
(box 3) het gevoel hebben gekregen, dat met de collectieve uitspraak dat alle bezwaarschriften gegrond zijn verklaard, zij hun betaalde box 3-heffing terug krijgen.

Echter, als u goed leest naar wat de Hoge Raad heeft gezegd over het “rechtsherstel” en vervolgens de terughoudendheid van de staatssecretaris beziet (wie geld terug krijgt en hoeveel, is nog niet duidelijk), dan vermoed ik dat de blijdschap voor sommige bezwaarmakers misschien wel van korte duur is.

Ik sluit namelijk niet uit dat men op basis van de uitspraak van de Hoge Raad gaat vergelijken: “Wat heeft u werkelijk aan rendement behaald (indirect rendement ook meegenomen??) en wat is er fictief aangegeven?”
Is het werkelijk rendement lager, alleen dan volgt teruggaaf en anders niet.

En kijkt men dan bij de vergelijking (fictief versus werkelijk rendement) per vermogensbestanddeel in box 3 of naar het geheel in box 3 tezamen?

Kortom, ik wil niet de pret bederven, maar de mate van gereserveerdheid in de verwoording van de staatssecretaris noodzaakt tot geen overhaaste blijdschap.

Tot slot. Qua uitvoering wordt dit een mega-operatie voor de Belastingdienst.
En er zullen vast en zeker in de uitvoering (weer) zaken niet goed gaan.
Dat valt niet tegen te gaan bij zo’n mega-operatie. Daar moet men reëel in zijn.
En wat te denken van het inbouwen van de aangekondigde spoedwetgeving betreffende box 3 in de al jaren te kort schietende automatisering.

Nee, naast de toeslagen, is dit absoluut weer een mega hoofdpijn dossier voor de overheid met als uitvoerende instantie, de belastingdienst.

Waar ben ik (lees: staatssecretaris) aan begonnen….Oef!

Wordt (absoluut) vervolgd.