X
Santip Santip Bekijk Santip artikelen
Nivo Nivo Bekijk Nivo artikelen
Vakpublicaties Vakpublicaties Bekijk vakpublicaties
Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief

Niet alleen technisch advies
maar tevens een sparringpartner
en vertrouwenspersoon

"Straf-box" toch deels overboord?

Nivo 2021 - 45

In het verre verleden werd box 3 ook wel de “pret-box” genoemd. Sinds de lage rentes en zelfs negatieve rente op spaarrekeningen ervaart de wat meer vermogende particulier het als een “straf-box”. Reeds eerder heb ik mijn lezers over de ontwikkelingen omtrent Box 3 op de hoogte gehouden. Telkens ving de belastingplichtige bod, zelfs tot aan de Hoge Raad. Maar wellicht komt daar nu toch verandering in. Dit naar aanleiding van het laatste advies van Advocaat-Generaal Niessen

Advies Advocaat-Generaal Niessen (ECLI:NL:PHR:2021:1019)

Sinds 1 januari 2017 is de structuur van Box 3 door de fiscale wetgever gewijzigd.
Zoals de meesten waarschijnlijk weten, wordt er belasting geheven in box 3 over een fictief rendement. Vanaf 2017 zelfs twee fictieve (ook wel forfaitaire genoemd) rendementen maar met een zogenaamde “vermogensmix”.
De vermogensmix is een door de fiscale wetgever vastgestelde verdeling van het vermogen. Het uitgangspunt bij de vermogensmix is dat naarmate er meer vermogen is, er steeds meer belegd wordt in plaats van dat vermogen in spaargeld wordt aangehouden.
Vanaf 1 miljoen vermogen is het uitgangspunt dat zelfs al het vermogen daarboven wordt belegd.
Bij rendementsklasse I (spaardeel) hoort een forfaitair rendement van 0,03% en bij rendementsklasse II (beleggingsdeel) een rendement van 5,69% (percentages 2021).

Dit systeem pakte slecht uit voor een man die in 2017 een vermogen had van ongeveer € 1 miljoen. In werkelijkheid had hij dit vermogen echter voor ongeveer 80% belegd in spaargeld met een lage rente.
Maar door de werking van de door de fiscale wetgever voorgeschreven vermogensmix was voor de fiscale box 3 heffing het uitgangspunt dat hij slechts ongeveer 21% van zijn vermogen in spaargeld aanhield en het restant, zijnde 79%, in beleggingen met als fictief rendement 5,69%.

Ik begrijp dat dit nogal technisch overkomt, maar u voelt al wel aan dat de man voor een veel hoger fictief rendement werd aangeslagen dan hij in werkelijkheid aan rendement haalde.
De man meende dat dit in strijd was met het eigendomsrecht van het EVRM.

Conclusie A-G Niessen

Door de vermogensmix slaat de Belastingdienst belastingplichtigen niet aan op basis van de werkelijke verdeling van hun vermogen over spaargeld en andere beleggingen maar over een fictieve verdeling.
Deze regeling houdt dus, volgens de A-G, geen rekening met de eigen keuze van de belastingplichtige voor de belegging van zijn vermogen. Daardoor ontbreekt op dit punt een verband tussen de heffingsgrondslag en het inkomen van de individuele belastingplichtige.

Verder merkt de A-G op dat deze nieuwe regeling vanaf 2017 van box 3 voorzienbaar en onvermijdelijk discriminerend is. Volgens hem treedt grote ongelijkheid op in de belastingheffing van gelijke gevallen en gelijke heffing in ongelijke gevallen.
De doelmatigheidsvoordelen die de staat geniet, wegen bovendien niet op tegen de ernstige schendingen van verdragsrechten.
Daarom concludeert de A-G dat de vermogensmix op stelselniveau in strijd is met het recht van eigendom en het gelijkheidsbeginsel en vindt hij dat de belastingrechter rechtsherstel moet bieden door de vermogensmix niet toe te passen.
Voor de rest is de regeling van de vermogensrendementsheffing wel toe te passen volgens de A-G.

Conclusie

Menig keer heeft de Hoge Raad nu over box 3 moeten oordelen. Het is zeker spannend wat de Hoge Raad dit keer zal beslissen. De financiële belangen zijn groot. Zou de afstraffing in box 3 dan toch minder worden? We gaan het zien.