EINDELIJK OPLOSSING VOOR BOX 3 OF TOCH NIET?
Santip 2019-september
Op onze vrijdag van kerremus lanceerde het kabinet groot nieuws. Vanaf 2022 wordt de
belastingheffing in Box 3 op spaargeld fors verlaagd, althans dat is het idee. Media kopten
dat tot een spaarvermogen van € 440.000 er geen box 3 heffing hoeft te worden betaald.
Maar is het voorstel alleen maar rooskleurig of toch niet?
Budgetneutraal
Het toverwoord bij het Ministerie van Financiën is, als het gaat om fiscale regelgeving, “budgetneutraal”.
Bijna alle fiscale wetsvoorstellen dienen budgettair neutraal te worden doorgevoerd, zo ook deze.
Budgetneutraal houdt in dat de overheid er geen euro op achteruit mag gaan. Kortom, waar de één dus
voordeel krijgt, moet bij de ander een nadeel optreden. Nu de eerste stofwolken zijn opgetrokken, lijkt
het erop dat de belegger het “kind van de rekening” is.
Beleggers de dupe
In de Telegraaf wordt bericht dat beleggers straks veel meer box 3 heffing gaan betalen, zeker als ze
dat met geleend geld doen. Want nu wordt het geleende geld als schuld in mindering gebracht op het
belegde vermogen. In de toekomst tellen de geleende gelden ten behoeve van beleggingen niet meer
als schuld.
En daarbij komt dat in het voorstel ook een tweede woning (vakantiewoning of studiewoning) onder
het kopje beleggen valt.
Spaarders
Voor 2019 geldt nu dat mensen over de eerste 30.360 euro – voor fiscale partners gezamenlijk
60.720 euro – van hun vermogen geen belasting hoeven te betalen.
Nu gaat die belastingvrije voet voor het spaargeld omhoog naar 440.000 euro en zelfs naar
880.000 euro voor mensen met een fiscaal partner. Die maatregel zorgt ervoor dat 1,35 miljoen
spaarders straks geen belasting meer hoeven te betalen, meldt Snel.
Conclusie
Het kabinet wil spaarders tegemoet komen. Nu de rente op de spaarrekeningen nauwelijks boven nul
uitkomt, betalen spaarders meer belasting dan ze aan rendement op hun spaargeld krijgen. En de
Hoge Raad oordeelde laatst dat dit onrechtvaardig en buitensporig is, maar legde vervolgens de bal
bij het kabinet om dit te gaan oplossen. De druk nam dus fors toe.
Vreugde dus voor de spaarders of toch niet helemaal?
De staatssecretaris Snel geeft nog wel aan dat de belastingvrije voet van € 440.000 in de toekomst
wel kan gaan “schommelen”. Nu gaat het kabinet uit van een rente van 0,09 procent. Met een maximaal
heffingsvrij inkomen van 400 euro over het spaargeld, komt de grens dan uit op € 440.000 uit. Als de
rente omhoog gaat, zal de vrijstelling dalen. Dus stel dat de rente weer stijgt naar 1% bedraagt het
heffingsvrije inkomen € 40.000. Zo zie je maar, aan alles is voor BV-Nederland gedacht J.
Wel is het nog even wachten op het zoet (voor de spaarders). Volgens staatssecretaris Snel kan de
aanpassing niet eerder dan 2022 ingevoerd worden. De wetgeving hiervoor moet nog geschreven worden
en de systemen van de Belastingdienst aanpassen vergt tijd.
Eerlijk? Ik verwacht er niet veel van. We zullen het gaan zien.
Het duurt toch nog effe J..