X
Santip Santip Bekijk Santip artikelen
Nivo Nivo Bekijk Nivo artikelen
Vakpublicaties Vakpublicaties Bekijk vakpublicaties
Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief

Niet alleen technisch advies
maar tevens een sparringpartner
en vertrouwenspersoon

Einde partneralimentatie bij samenwonen?

NIVO 2020 - 06

De nieuwe Wet Herziening Partneralimentatie ingegaan per 1 januari 2020 heeft, zoals ik in mijn
eerdere column reeds had voorspeld, de nodige anticipatiedrift opgeleverd. Met het oog op de
langere duur van ontvangen partneralimentatie diende de vrouw het verzoekschrift tot
echtscheiding kort voor Oud en Nieuw 2019 in. En u raadt het al. De man erna, dit vanwege de
beoogde kortere duur van te betalen partneralimentatie. Kortom, allen met het doel er zo goed
mogelijk uit te springen. Want scheiden doet lijden.

Einde partneralimentatie

Als er partneralimentatie is vastgesteld, dan is vaak de vraag van de alimentatieplichtige (nog immer in
90% van de gevallen: de man) wanneer eindigt die?
De partneralimentatie, de plicht tot het onderhouden van de ex-partner, eindigt onder meer in de
volgende situaties:

  • Bij de dood van de betalende persoon;
  • Wanneer de maximale duur is verstreken;
  • Wanneer de ontvangende partij (ook wel alimentatiegerechtigde genoemd) zelf in het
            levensonderhoud kan voorzien;
  • Wanneer de alimentatiegerechtigde hertrouwt of geregistreerd partnerschap aangaat;
  • Wanneer de alimentatiegerechtigde gaat samenleven met een ander “als waren zij gehuwd of als
            hadden zij hun partnerschap laten registreren”.

Samenleven met een ander als waren zij gehuwd.

Deze laatste situatie levert, zo leert de praktijk, altijd discussie op tussen ex-echtelieden. Laten we
uitgaan dat de man partneralimentatie voldoet aan de vrouw. Zodra de vrouw meldt dat zij een nieuwe
relatie heeft en wellicht de eerste tekenen zichtbaar zijn van samenwonen, loopt zij het risico dat zij haar
partneralimentatie verliest. Vandaar ook dat de vrouw vaak terughoudend is om gelijk te melden. Temeer
nu voor haar ook nog niet duidelijk is of de relatie bestendig is.
Dat niet of te laat melden, schiet bij de man vaak in het verkeerde keelgat.
En voilà, een nieuw conflict resulterend in een gerechtelijke procedure is geboren. De man stelt dat de
vrouw samenleeft ‘als waren zij gehuwd’ en de vrouw zal dit ontkennen.

Procedure
 

‘Samenwonen als waren zij gehuwd’ is niet gelijk aan ‘het samen geregeld in één huis verblijven’. Uit de
rechtspraak blijkt dat sprake moet zijn van de volgende cumulatieve vereisten, wil sprake zijn van
zodanig samenwonen dat de partneralimentatie eindigt:
1) een affectieve relatie;
2) van duurzame aard;
3) waarbij ex-echtgenote en nieuwe partner elkaar wederzijds verzorgen;
4) met elkaar samenwonen;
5) een gemeenschappelijke huishouding voeren.

Een zware toets dus. Maar gezien de consequenties voor de ontvanger van de partneralimentatie terecht.
Als vaststaat dat eenmaal sprake is (geweest) van samenleving als voornoemd, dan eindigt het recht op
partneralimentatie definitief. Dus ook als de nieuwe relatie kort daarna strandt!

Er ligt dus een zware bewijslast bij de man. Om bij de rechter te kunnen bewijzen dat de vrouw wel
degelijk samenwoont, schakelt de man vaak een recherchebureau in. De kosten daarvan bedragen
vaak enige duizenden tot tienduizenden euro’s.
Maar uit de jurisprudentie blijkt dat het vaak het meest doeltreffende middel is om te bewijzen dat de
vrouw ‘samenleeft in de zin van de wet’. Ook als de vrouw en de nieuwe partner elk een eigen woning
aanhouden of formeel een ander inschrijfadres hebben, sluit dat het samenleven in de zin van
voornoemd artikel niet uit.

En let wel, er staan in zo’n gerechtelijke procedure grote financiële belangen op het spel. Voor de vrouw
in ieder geval de nog resterende termijnen van de partneralimentatie. Maar zij loopt ook het risico dat zij
op last van de rechter de kosten van het recherchebureau moet vergoeden aan de man. En de rechter
kan bovendien oordelen dat ze de ontvangen alimentatie sinds ze samenleeft moet terugbetalen. Dit
gaat meestal om veel geld.

De man moet anderzijds de partneralimentatie, in afwachting van het oordeel van de rechter, tot zijn
irritatie, blijven doorbetalen. En hij heeft daarnaast aanzienlijke kosten gemaakt terwijl hij niet zeker weet
of hij gelijk gaat krijgen.

Dit alles werkt niet bevorderlijk voor de onderlinge verhoudingen tussen de ex-echtelieden.
 

Meerdere relaties

Zoals gezegd geldt dus, mijns inziens ook terecht, een zware toets qua bewijslast. Maar soms kom je
van die uitspraken tegen waarvan je ratio zegt; “dat kan ik volgen”, maar waarbij je gevoel het
tegenovergestelde zegt.

Zo ook laatst in een recente procedure bij Hof Den Haag (ELCL:NL:GHDHA:2019:3609). De man
slaagde in die procedure niet in de bewijslast. Maar de volgende opmerkelijke zin van het Hof wilde ik u
niet onthouden:

“Naar het oordeel van het hof heeft de man voorts niet althans onvoldoende gesteld dat is voldaan aan
het vereiste van wederzijdse verzorging. Ook houdt het hof  rekening met de onweersproken stelling van
de vrouw dat zij relaties onderhoudt met meerdere mannen.”

“Je zal die man maar zijn”, dacht ik toch wel stiekem een beetje…..

Conclusie

Tip! Zorg dat in het echtscheidingsconvenant een paragraaf is opgenomen die recht doet en de ruimte
biedt voor het aangaan van nieuwe relaties, zonder dat direct het risico wordt gelopen op verlies aan
partneralimentatie. Met andere woorden, bouw een zogenaamde “snuffelperiode” in J.
Deze zorgt ervoor dat de boel niet gelijk op scherp komt te staan en is goed voor de onderlinge
verhoudingen van ex-echtelieden en daarmee ook voor hun kinderen.

Tevens verwacht ik dat de nieuwe Wet Herziening Partneralimentatie ook een duitje in het zakje zal doen
vanwege de kortere duur van de te betalen partneralimentatie.

En wees eerlijk! Als er een nieuwe bestendige relatie is, leef de wet dan na, in plaats van je in allerlei
bochten te wringen om de partneralimentatie maar te laten voortduren met alle gevolgen van dien. De
wet is er niet voor niks.

En tot slot. Er wordt bij gehuwden die scheiden vaak gesproken over “Ik heb recht op partneralimentatie”.
Dit is te kort door de bocht. Het gedachtegoed van de wetgever is dat na de echtscheiding de
ex-echtelieden beiden zoveel als mogelijk op eigen financiële benen gaan staan. Daar waar het niet lukt,
kan de ander voor een “overbruggingsperiode” (lees de duur partneralimentatie) verplicht worden om het
tekort aan te vullen voor zover zijn of haar financiële draagkracht dat toelaat.