X
Santip Santip Bekijk Santip artikelen
Nivo Nivo Bekijk Nivo artikelen
Vakpublicaties Vakpublicaties Bekijk vakpublicaties
Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief

Niet alleen technisch advies
maar tevens een sparringpartner
en vertrouwenspersoon

De Familiebank, let op! (deel II)

NIVO 2019-36

Hoe bereiken we nu dat prachtige woonhuis? Daar begon ik mijn column
“De Familiebank, Let op! (deel I) in november 2018 mee. Natuurlijk wens je als ouders je
kind(eren) het allerbeste. En dus als het even kan, bied je je kind hulp. En dat gebeurt
vaak in de vorm van het zijn van 'familiebank'.

Maar let op! Aan het familiebankjespelen (mooi scrabble-woord J) kunnen ook zeker
nadelen kleven. Ik behandel voor deze keer een casus uit de civiele praktijk en uit de
fiscale praktijk.

Civiele praktijk

In 2009 leent moeder 1 miljoen euro aan haar dochter en haar toenmalige partner. In de notariële
akte leggen zij vast dat de aflossingsvrije lening pas na 30 jaar opeisbaar is. De rente bedraagt
1% per jaar. Er is een positieve hypotheekverklaring opgenomen. Tevens is bepaald dat de lening
direct opeisbaar is als de schuldenaar (de dochter en de partner) de verplichtingen uit de overeenkomst
niet nakomt.

In 2014 verbreekt relatie tussen dochter en haar partner. De verschuldigde rente over 2014 wordt
vervolgens 44 dagen te laat betaald. Moeder eist de geldlening op.

Gelukkig voor de dochter vindt het hof dat te ver gaan. Het hof overweegt dat uit de feiten en
omstandigheden blijkt dat de familieomstandigheden een duidelijke rol hebben gespeeld bij het
aangaan van de lening. Ook speelt een rol dat er slechts sprake was van een korte periode van
achterstalligheid van de rentebetalingen kort nadat de relatie van de dochter met haar partner
verbroken was. Volgens de rechter is het opeisen van de lening naar maatstaven van redelijkheid
en billijkheid daarom onaanvaardbaar.

In de bovenstaande casus liep het voor de dochter gelukkig goed af. Maar elk geval staat op zich.
De omstandigheden van het geval maken het, dat de uitspraak van de rechter ook net de andere
kant uit had kunnen vallen.

Let op! Het is daarom goed om van tevoren na te denken over wat er gebeurt als de omstandigheden
(in negatieve zin) wijzigen. Denk hierbij aan situaties waarbij het besteedbare inkomen van het kind
drastisch daalt, zoals bij werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of faillissement. Maar ook met situaties
van ruzies onderling, echtscheiding en overlijden moet vooraf rekening gehouden worden.

Fiscale praktijk

In mijn column De Familiebank, Let op! (deel I) in november 2018 behandelde ik de uitspraak van de 
Rechtbank Den Daag (ECLI:NL:RBDHA:2018:10443).

Het Gerechtshof Den haag heeft inmiddels in deze zaak op 6 augustus 2019 (ECLI:NL:GHDHA:2019:2213)
ook uitspraak gedaan. De rechter van het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.

Wat was het geval? De inspecteur had een correctie toegepast in de aangifte inkomstenbelasting.
Deze correctie zag op de afgetrokken eigenwoningrente. De familiebanklening had een looptijd van
dertig jaar. De rente op deze lening bedroeg 9% per jaar met een rentevaste periode van vijftien jaar.

Volgens de inspecteur zijn partijen in de geldleningsovereenkomst dit hoge rentepercentage
overeengekomen met het oog op voordelen in de sfeer van boxarbitrage.

De overeenkomst van geldlening heeft immers tot gevolg dat de door de fiscaal partner van
belanghebbende betaalde rente aftrekbaar is volgens het progressieve tarief van box 1, terwijl
bij de ouders van de fiscaal partner van belanghebbende de opbrengsten van de vordering belast
worden volgens het fictieve rendementspercentage en het vaste tarief van box 3.

De inspecteur stelde dat een rente van 9% te hoog was. Een rente van 4,5% zou volgens de
fiscus redelijk zijn.

Het Hof gaat technisch ook verder dan de rechtbank. Het Hof stelt dat de bewijslast omtrent de
zakelijkheid (lees: de hoogte) van het overeengekomen rentepercentage bij de belastingplichtige ligt.

De belastingplichtige stelt dat voor de hoogte van het rentepercentage dient te worden aangesloten
bij de rentetarieven van persoonlijke leningen zonder zekerheden.

Blijkens de leningsovereenkomst dient de schuldenaar zich echter, zolang de hoofdsom, rente en
kosten niet volledig zijn afgelost, om op eerste verzoek van zijn ouders zekerheid te verlenen van
een zo hoog mogelijke rang.

Naar het oordeel van het Hof loopt de vergelijking dan ook met rentepercentages bij persoonlijke
leningen zonder zekerheden mank. Naar het oordeel van het Hof is belastingplichtige dus niet in
deze bewijslast geslaagd.

Conclusie

Familiebankjespelen kan leuk zijn. Maar zorg dat de afspraken op juridisch en fiscaal vlak goed
zijn. En daar gaat het regelmatig (bijna) mis.

OVERWEEGT U EEN FAMILIEBANK CONSTRUCTIE VOOR UW KIND(EREN)?

Wilt u weten hoe u goede afspraken maakt of wilt u uw huidige ‘familiebank’ afspraken eens tegen het licht houden? Laat mij eens met u meekijken. Neem contact op via 0299-363510 of sander.schilder@santax.nl