X
Santip Santip Bekijk Santip artikelen
Nivo Nivo Bekijk Nivo artikelen
Vakpublicaties Vakpublicaties Bekijk vakpublicaties
Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief

Niet alleen technisch advies
maar tevens een sparringpartner
en vertrouwenspersoon

Belastingplan 2019

Nivo 2018-40

Op de 3e dinsdag in September was het weer zover. Het belastingplan 2019 is gepresenteerd. Duidelijk in lijn met
de fiscale maatregelen zoals aangekondigd in het Regeerakkoord van Kabinet Rutte III. Zoals jullie van mij gewend
zijn, zet ik de meest relevante punten even kort op een rijtje.

Inkomstenbelasting

  • De inkomstenbelastingtarieven gaan omlaag. Het toptarief in de IB en LB gaat omlaag in 2019 naar 51,75%.
            In de tweede en derde schijf geldt een tarief van 38,10%. Het tarief in de eerste schijf wordt 36,65%.
            Voor AOW-gerechtigden geldt in de eerste schijf een tarief  van 18,75% en in de tweede schijf een tarief van
            20,20%.
  • De tarieven in de tweede en derde schijf (IB/LB) worden stapsgewijs gelijkgetrokken met het nieuwe tarief in
            de eerste schijf (basistarief).
  • Er komen vanaf 2021 twee tarieven. Het basistarief voor een inkomen tot en met € 68.507 wordt in 2021
            37,05% en daarboven geldt het nieuwe toptarief  49,5% (was voorheen 52%).
  • Vanaf 2020 wordt het tarief waartegen aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning in aanmerking
            wordt genomen versneld afgebouwd. De afbouw bedraagt vanaf 2020 3%-punt per jaar (2,95%-punt voor 2023).
            Per 2023 wordt het beoogde aftrektarief van 37,05% bereikt.
  • Voor de volgende aftrekposten gaat vanaf 2020 dezelfde tariefmaatregel (3%-punt afbouw per jaar) gelden als
            voor aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning:
            -  Ondernemersaftrek;
            -  MKB-winstvrijstelling;
            -  Terbeschikkingstellingsvrijstelling;
            -  Persoonsgebonden aftrek.
            De tariefmaatregel is alleen van toepassing op belastingplichtigen die zonder dergelijke aftrekposten een
            belastbaar inkomen zouden hebben in de hoogste schijf.
  • Het percentage van het eigenwoningforfait wordt verlaagd. De verlaging vindt plaats in drie stappen van elk
            0,05%-punt in de jaren 2020,  2021 en 2023. De verlaging van het percentage van het eigenwoningforfait is
            niet van toepassing op de bijtelling privégebruik woning die geldt voor tot het ondernemingsvermogen
            behorende woningen.
  • Het maximum van de algemene heffingskorting wordt in 2019, 2020 en 2021 geleidelijk verhoogd met in
            totaal € 358.
  • Het maximum van de arbeidskorting wordt verhoogd, de arbeidskorting gaat over een langer inkomenstraject
            oplopen en wordt steiler afgebouwd.
  • De opbouw van de inkomensafhankelijke combinatiekorting gaat gelijkmatiger plaatsvinden door deze vanaf
            het drempelinkomen geleidelijk vanaf nihil in plaats vanaf een vast bedrag te laten verlopen.
  • Het aanmerkelijk belangtarief in box 2 wordt verhoogd naar 26,25% in 2020 en naar 26,9% per 2021
           (het regeerakkoord ging nog uit van 28,5%).
  • De voorwaartse verliesverrekeningsperiode in box 2 wordt verkort van negen naar zes jaar.

Loonbelasting

  • In de loonbelasting wordt de maximale looptijd van de 30%-regeling per 1 januari 2019 met drie jaar verkort
           (van 8 naar 5 jaar) voor zowel de nieuwe als de bestaande gevallen. Voor werknemers waarvoor op de
           beschikking 30%-regeling een einddatum staat in de periode 1 januari 2019 tot en met 1 januari 2022
           betekent dit dat de 30%-regeling door de verkorting vanaf 1 januari 2019 niet langer mag worden toepast.
           Er komt alleen overgangsrecht met betrekking tot de schoolgelden voor internationale scholen.
           Schoolgelden voor internationale scholen voor het kalenderjaar 2018/2019 kunnen ook na de verkorting
           onbelast vergoed of verstrekt worden.
  • Het voor een kalenderjaar geldende plafond van de vrijwilligersregeling wordt met € 200 verhoogd.
           De bedragen worden € 170 per maand en € 1700 per kalenderjaar. 

Omzetbelasting

  • Het verlaagde btw-tarief wordt verhoogd van 6% naar 9%.

 

Conclusie

Het belastingplan geeft geen verrassende zaken, behalve dan op rekening-courantschulden bij de eigen B.V.
Daar ga ik in mijn volgende column op in. Al jaren wordt er gesproken over een algehele belastingherziening van de
Wet inkomstenbelasting 2001. Ook het kabinet Rutte heeft deze intenties. Echter, de staatssecretaris Snel gaf zeer
recent aan dat hij een belastingherziening overlaat aan het nieuwe kabinet na Rutte. Ik begrijp het wel.
De belastingsystemen van de fiscus kunnen het niet aan, zijn zwaar verouderd en je vingers branden aan een nieuw
belastingstelsel durft eigenlijk niemand.

Wel zie je in het huidige stelsel veranderingen doorgevoerd worden die moeten leiden tot de gewenste eenvoud bij
de Politiek. Zoals 2 tarieven in plaats van 4. De aftrek van kosten (met uitzondering van aftrek van lijfrentepremie)
gaan in de toekomst nog slechts tegen het lage tarief van 37,05%.

U begrijpt het laatste stapje om de eigen woning naar Box 3 te brengen met haar heffing van 30% ligt binnen
handbereik. En hier durf ik wel een voorspelling aan te wagen. Over 12 jaar (einde van de 30 jaarstermijn voor
eigen woningschulden vanaf 2001) zit de eigen woning in Box 3. De Politiek ligt in ieder geval op (ram-)koers.