X
Santip Santip Bekijk Santip artikelen
Nivo Nivo Bekijk Nivo artikelen
Vakpublicaties Vakpublicaties Bekijk vakpublicaties
Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief Inschrijven nieuwsbrief

Niet alleen technisch advies
maar tevens een sparringpartner
en vertrouwenspersoon

FINANCIËLE EN FISCALE CORONA-REGELINGEN

Heb je of verwacht je financiële problemen door Corona? En weet je niet waar je recht op hebt? Wat je al kunt aanvragen en waar? Welke regelingen er nog niet open zijn? We helpen je graag!

Als onderdeel van het totale pakket aan maatregelen, verband houdende met de gevolgen van de uitbraak van het Coronavirus, zijn diverse fiscale en aanverwante maatregelen aangekondigd. Er is nog veel onduidelijk over de exacte uitwerking van de diverse regelingen. Een aantal regelingen kan derhalve nog niet aangevraagd worden.

In dit overzicht hebben we de diverse maatregelen, zo beknopt mogelijk, opgenomen.

 

Een overzicht van de regelingen (d.d. 17 juni 2020):
  • Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW) 
  • Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS)
  • Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO)
    •  Uitkering als aanvulling tot sociaal minimum
    •  Lening voor bedrijfskapitaal
  • Uitstel van betaling (Belastingdienst)
    • Melding betalingsonmacht 
    • Tijdelijke verlaging invorderings- en belastingrente
  • Verlaging van voorlopige aanslag IB / VPB 2020 (Belastingdienst)
  • Premiedifferentiatie WW (Belastingdienst)
  • Verlaging gebruikelijk loon 2020 DGA (Belastingdienst)
  • Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA)
  • Maatregelen van banken
  • Maatregelen van pensioenfondsen
  • Maatregelen kinderopvang

 

Een overzicht van de regelingen:
  • Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW)

 

UWV streeft er naar dat bedrijven vanaf 6 april een aanvraag kunnen indienen (er worden nog wat testen uitgevoerd). De aanvraagperiode loopt tot en met 31 mei 2020.

Bedrijven die gedurende drie maanden ten minste 20 procent omzetverlies hebben, kunnen hiermee vanaf 1 maart een tegemoetkoming van maximaal 90 procent van de loonsom krijgen naar rato van de omzetdaling. Bij een omzetverlies van 100 procent is dat 90 procent, bij bijvoorbeeld 50 procent omzetverlies wordt dat dan 45 procent van de totale loonsom. Voorwaarde is dat wergevers hun medewerkers hun reguliere salaris blijven doorbetalen en dat bedrijven tijdens de periode dat er subsidie wordt ontvangen geen aanvraag doen voor ontslag om bedrijfseconomische redenen.


Om de hoogte van het omzetverlies te bepalen, moeten werkgevers eerst hun totale omzet uit 2019 delen door vier. Zij vergelijken dat vervolgens met de omzet in maart-april-mei 2020.

Soms is uitblijvende klandizie pas later terug te zien in de omzetdaling. Daarom kunnen werkgevers ook een periode aangeven voor de omzetvergelijking die één of twee maanden later start.

Als een bedrijf uit een aantal bedrijfsonderdelen (rechtspersonen) bestaat die samen een concern vormen, wordt de omzetdaling van het hele concern aangehouden.

 

Voor de loonsom worden gegevens uit de loonaangifte bij de Belastingdienst gebruikt. Deze neemt UWV automatisch over. UWV neemt hierbij als grondslag het zogenaamde socialeverzekeringsloon. Hier komt voor alle bedrijven dezelfde opslag van 30 procent bovenop voor werkgeverslasten zoals de opbouw van het vakantiegeld, pensioen en de werkgeverspremies. Er zit daarnaast een maximum aan het loon per werknemer van 9538 euro per maand. Salaris boven dit bedrag wordt niet gecompenseerd.

 

Iedereen voor wie loonaangifte wordt gedaan en verzekerd is voor de WW, ZW of WIA, valt onder de loonsom waarvoor subsidie ontvangen kan worden. Ook het salaris van flexwerkers wordt gecompenseerd, er is geen onderscheid naar contractvorm. Het kabinet roept werkgevers samen met de werkgevers- en werknemersorganisaties op om, indien mogelijk, flexwerkers door te betalen. Als de loonsom krimpt omdat er minder mensen doorbetaald worden, daalt de tegemoetkoming mee. 

 

Werkgevers geven bij de aanvraag de verwachte omzetdaling op. Als UWV positief de aanvraag positief beoordeelt, keert UWV een voorschot van 80% uit. Dat gebeurt in drie termijnen. Het eerste deel van het voorschot wordt uitgekeerd binnen twee tot vier weken na de indiening van de aanvraag, al verwacht UWV dat dit voor de meeste bedrijven sneller kan. 

Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend, dient de werkgever vaststelling van de subsidie aan te vragen. In beginsel is hiervoor een accountantsverklaring vereist. Vervolgens zal UWV binnen 22 weken een eindafrekening doen. Die kan hoger of lager uitvallen dan bij de eerste opgave werd verwacht.

De niet-verzekerde directeur-grootaandeelhouders (dga) valt niet onder de NOW. Ook niet als de dga vrijwillig verzekerde is.

 

  • Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS); noodloket (via RVO)

 

Let op: dit is niet de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO).


Gedupeerde ondernemingen uit deze specifieke sectoren kunnen een eenmalige belastingvrije gift van € 4000 ontvangen, als zij verwachten gedurende de periode vanaf 16 maart 2020 tot en met 15 juni 2020 door de maatregelen ter bestrijding van de verdere verspreiding van COVID-19:

  • Een omzetverlies van ten minste € 4000 zullen realiseren; en
  • Ten minste € 4000 aan vaste lasten te hebben, ook na gebruik van andere door de overheid beschikbaar gestelde steunmaatregelen rond
            de coronacrisis.

De TOGS geldt per onderneming en niet per vestigingseenheid. De TOGS moet worden gezien als aanvulling op andere overheidsondersteuning uit het noodpakket economie en banen.

Aan de besteding van de TOGS door ondernemingen worden geen nadere eisen gesteld.

 

Voorwaarden

Inschrijving Kamer van Koophandel
Het moet gaan om een onderneming die op peildatum 15 maart 2020 ingeschreven was in het handelsregister, met een fysieke vestiging in Nederland, onder één van de hierna genoemde opgenomen hoofdactiviteiten met bijbehorende SBI-codes.

Ondernemingen die zich na 15 maart 2020 met terugwerkende kracht hebben ingeschreven of de SBI-code hebben aangepast, komen niet in aanmerking. Alleen ondernemingen die niet in staat van faillissement verkeren en waarvoor geen verzoek tot surseance van betaling is ingediend, komen voor TOGS in aanmerking.

Maximaal 250 werknemers
De TOGS is bedoeld voor ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (MKB), inclusief zzp’ers, omdat deze groep doorgaans het hardst getroffen wordt door omzetverlies, hoge vaste kosten heeft en weinig financiële buffer heeft. Daarom geldt als voorwaarde dat er maximaal 250 personen werkzaam mogen zijn bij de onderneming.

Vestigingsvereiste
Verder wordt de TOGS alleen verstrekt aan ondernemingen met een vestiging buiten de woning waar zij zelf wonen (het huisadres van de eigenaar of eigenaren). Deze (vestigings)eis geldt niet voor horecaondernemingen (restaurants, cafés, fastfoodrestaurants, cafetaria’s, ijssalons, eetkramen en dergelijke, ingeschreven in het handelsregister onder de SBI-codes 56.10.1, 56.10.2 of 56.30). Bij een groot deel van deze ondernemers komt het vestigingsadres overeen met het woonadres van die ondernemer. Aangezien deze specifieke groep van ondernemers ook hoge vaste kosten heeft, is het niet wenselijk deze groep uit te sluiten. Wel moet een horecaonderneming ten minste één horecagelegenheid huren, pachten of in eigendom hebben.

Ook in andere sectoren is sprake van significante bedrijvigheid vanuit de eigen woning, bijvoorbeeld in de sfeer van de persoonlijke dienstverlening, zoals een kapper of schoonheidssalon. Daarnaast zijn er ondernemingen met meer grootschalige dienstverlening vanuit een fysieke vestiging met omvangrijke periodieke vaste lasten, terwijl de ondernemer staat ingeschreven op het huisadres, zoals een manege.

Om de ondernemers met omvangrijke periodieke vaste lasten in aanmerking te laten komen voor de TOGS, moeten zij aanvullende verklaring indienen. Uit de verklaring moet blijken dat de bedrijfsactiviteiten een zekere minimale omvang hebben. Kappers waarbij de onderneming staat ingeschreven op een ander adres dan het woonadres, komen dus automatisch in aanmerking voor de TOGS, waar collega’s die ingeschreven staan op het huisadres pas in aanmerking komen als dat blijkt uit die aanvullende verklaring.

Daarnaast zijn er sectoren, waarbij het kenmerkend is dat de ondernemer een fysieke inrichting of fysieke productiemiddelen buiten de woning heeft, zoals een autorijschool. Voor deze sectoren is zo’n minimale omvang geen noodzakelijk vereiste.

Staatssteun
De TOGS wordt niet verstrekt als de algemene de-minimisverordening (staatssteun) zich hiertegen verzet. Dat betekent dat de onderneming moet voldoen aan het zogenoemde de-minimisplafond per onderneming. Dat is een plafond van € 200.000 aan de-minimissteun per drie belastingjaren (het lopende en de twee voorafgaande belastingjaren).

Verder is van belang dat dit plafond geldt per onderneming en niet per vestiging van de onderneming. Concreet betekent dit dat de onderneming minstens € 4000 aan ruimte voor de-minimissteun moet hebben.

Private sector
Overheidsbedrijven zijn uitgezonderd van de TOGS.

Aanvraag
Aanvragen kunnen worden ingediend bij de RVO vanaf 27 maart 2020 t/m 26 juni 2020 op de website www.rvo.nl/tegemoetkomingcorona. Bij de aanvraag is een eHerkenningsmiddel niveau 1 of hoger nodig of een DigiD. Ook ondernemers kunnen inloggen met Digid.

Bij de aanvraag moet de onderneming met een aantal vinkjes een verklaring inleveren omtrent het omzetverlies (dus geen bewijs) of de vaste kosten en nog een aantal verklaringen over het voldoen aan de voorwaarden van de TOGS.

De RVO behandelt de aanvragen op volgorde van binnenkomst. De bedoeling is dat aanvragers die voldoen aan de voorwaarden binnen twee weken na het indienen van de aanvraag de TOGS-gift ontvangen. De beslistermijn van de RVO op de aanvraag is formeel drie weken. Intermediairs moeten over een machtiging beschikken om de aanvraag namens hun klant te kunnen doen, maar die machtiging hoeft niet meegestuurd te worden met de aanvraag.

Controle
De RVO heeft de mogelijkheid om achteraf te toetsen of de aanvrager daadwerkelijk aan alle voorwaarden voldoet. Als dit niet het geval is, kan de TOGS-beschikking binnen vijf jaar na verstrekking daarvan ingetrokken worden of kan de hoogte worden herzien. Er volgt dan gehele of gedeeltelijke terugvordering, eventueel met verrekening van wettelijke rente. Dit kan bijvoorbeeld wanneer de onderneming een valse verklaring over het te verwachten omzetverlies of de verwachte vaste kosten heeft aangeleverd.

Belastingvrijstelling
De eenmalige TOGS-gift is belastingvrij. Het kabinet moet de vormgeving van deze belastingvrijstelling nog bekendmaken.

Mogelijke toekomstige uitbreiding doelgroep
Het kabinet monitort continu de effectiviteit van de genomen overheidsmaatregelen uit het noodpakket economie en banen. Indien blijkt dat deze maatregelen niet toereikend zijn, kan in een latere fase besloten worden om meer sectoren voor de TOGS in aanmerking te laten komen. Dit is inmiddels tot twee keer toe gebeurd.

  • Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO) (via Gemeente)

Let op: dit is niet de noodmaatregel Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS) op grond waarvan ondernemers € 4.000 kunnen krijgen.

 

De TOZO houdt in dat zelfstandigen aanvullende inkomensondersteuning kunnen krijgen voor levensonderhoud en/of een lening voor bedrijfskapitaal bij liquiditeitsproblemen. De regeling geldt niet alleen voor zzp’ers, maar ook voor ondernemers met personeel en voor ondernemingen die in de vorm van een B.V. worden gedreven.

 

Uitvoering van deze regeling, die op dit moment alleen is bedoeld voor ondernemers die in Nederland wonen en in Nederland hun onderneming drijven, vindt plaats door de gemeente waar de ondernemer woonachtig is.

    • Uitkering als aanvulling tot sociaal minimum

De uitkering voor levensonderhoud vult aan tot het sociale minimum. Hierbij geldt voor gehuwden en samenwonenden dat het inkomen wordt aangevuld tot een bedrag van € 1.500 netto en voor alleenstaanden tot € 1.050 netto per maand. Het betreft een gift en hoeft in beginsel dus niet te worden terugbetaald.

De zelfstandig ondernemer moet bij de aanvraag verklaren dat zij verwacht dat als gevolg van de coronacrisis zijn/haar inkomen de komende drie maanden minder zal zijn dan het sociaal minimum. Wanneer dit achteraf anders blijkt te zijn,. De versoepeling houdt in dat er geen onderzoek wordt gedaan naar de levensvatbaarheid van het bedrijf. Daarnaast hebben het vermogen (zoals een spaarrekening en huisbezit) en het inkomen van de partner geen invloed op de tegemoetkoming. De regeling is zo eenvoudig en snel uitvoerbaar.

Aanvragers moeten voldoen aan het urencriterium voor de zelfstandigenaftrek. Het gaat daarbij nadrukkelijk alleen om het urencriterium, niet van belang is of men daadwerkelijk recht heeft op zelfstandigenaftrek. Dat houdt in dat zij het afgelopen jaar minimaal 1.225 uur per jaar (24 uur per week) als zelfstandige werkzaam zijn geweest. Werkt een aanvrager korter dan een jaar als zelfstandige, dan geldt het urencriterium voor het aantal maanden dat is gewerkt.
Tot slot moet een zelfstandige zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel voordat deze regeling is aangekondigd, dus voor 17 maart 2020 18.45 uur.

Ook een directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een besloten vennootschap kan in principe een beroep doen op de tijdelijke regeling, als deze voldoet aan de wettelijke eisen: het urencriterium, er moet sprake zijn van volledige zeggenschap en van het dragen van de financiële risico’s. Ook dient de DGA naar waarheid te verklaren en aannemelijk te maken dat zijn/haar B.V. nu geen salaris kan uitbetalen.

De uitkering wordt maandelijks uitbetaald en telt mee voor het verzamelinkomen voor de inkomensafhankelijke toeslagen. Ontvangers van een uitkering zijn verplicht om wijzigingen in hun inkomenssituatie uit zichzelf door te geven. Achteraf controleren gemeenten het daadwerkelijk genoten inkomen.


De TOZO-regeling geeft voor drie maanden een tegemoetkoming. De TOZO geldt slechts voor de maanden maart tot en met mei 2020.

Over de precieze reikwijdte van de regeling bestaat op dit moment nog geen duidelijkheid.

De TOZO-regeling wordt gebaseerd op de Bbz. Ook de DGA heeft onder voorwaarden recht op een uitkering uit hoofde van de TOZO.

 

Uiterlijk op 31 mei 2020 dient de aanvraag voor een uitkering voor levensonderhoud te zijn aangevraagd waarbij de regeling met terugwerkende kracht tot en met 1 maart 2020 kan worden toegekend. Een aanvraag voor de Tozo wordt zo veel mogelijk digitaal gedaan en kan binnen vier weken worden afgerond, in plaats van de gebruikelijke 13 weken.

 

Het Kabinet verzoekt ondernemers alleen gebruik te maken van deze regeling als dat echt nodig is. Op die manier kunnen de middelen worden ingezet waar die ook echt nodig zijn. Bovendien is de regeling sneller en beter uitvoerbaar als alleen de mensen die deze regeling echt nodig hebben een aanvraag indienen.

    • Lening voor bedrijfskapitaal

De lening voor bedrijfskapitaal kan worden gebruikt om liquiditeitsproblemen op te lossen. Zelfstandige ondernemers die als gevolg van de coronacrisis in liquiditeitsproblemen komen, kunnen een lening voor bedrijfskapitaal versneld aanvragen van maximaal 10.157 euro met een rente van 2%. Deze is binnen vier weken beschikbaar.

De maximale looptijd van de lening is drie jaar. Tot januari 2021 hoeft niet te worden afgelost. Om in aanmerking te kunnen komen voor een lening dient een zelfstandige naar waarheid te verklaren en aannemelijk te maken dat er sprake is van liquiditeitsprobleem als gevolg van de coronacrisis.

De versnelde procedure voor de aanvraag geldt ook bij lening-aanvragen tot € 10.157. De lening kan worden verstrekt met uitstel van aflossingen. Het toepasselijke rentepercentage is lager dan in het Besluit bijstand zelfstandigen. Bij deze aanvragen wordt geen toets op levensvatbaarheid toegepast. Men dient de aanvragen zoveel mogelijk digitaal bij de Gemeente in te dienen. Het gaat dan om de gemeente waar men woont, niet om de gemeente waar de onderneming is gevestigd.

  • Belastinguitstel

Ondernemers kunnen bijzonder uitstel van betaling kunnen krijgen voor diverse belastingen. De voorwaarden voor het aanvragen van bijzonder uitstel van betaling zijn wegens de coronacrisis versoepeld. Aanvankelijk alleen voor vier soorten, maar de lijst is later uitgebreid.

 

Belastingsoorten
Het versoepelde uitstel geldt voor de volgende belastingen en heffingen:

  • inkomstenbelasting;
  • loonbelasting;
  • vennootschapsbelasting;
  • omzetbelasting (btw);
  • kansspelbelasting;
  • assurantiebelasting;
  • verhuurderheffing;
  • milieubelastingen (EB/ODE, kolenbelasting, afvalstoffenbelasting, belasting op leidingwater);
  • accijns (minerale oliën, alcohol en tabak);
  • verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken;
  • Zorgverzekeringswet.

De dividendbelasting is expliciet uitgezonderd van het versoepelde uitstelbeleid, omdat het uitkeren van dividenden de liquiditeitspositie van bedrijven juist verzwakt. Het kabinet roept bedrijven op voorlopig geen dividenden uit te keren.

 

Na ontvangst (naheffings)aanslag
Iedere ondernemer die door de coronacrisis in financiële problemen is gekomen komt in aanmerking voor uitstel van betaling van zijn belastingschuld. Uitstel kan worden aangevraagd nadat aangifte is gedaan en een (naheffings)aanslag is ontvangen.

Een verzoek om uitstel van betaling dat gedaan wordt vóórdat er een (naheffings)aanslag is opgelegd, kan de Belastingdienst niet in behandeling nemen en moet opnieuw worden ingediend. Maar voor een vijftal belastingsoorten hoeft niet per belastingsoort een aanslag te zijn ontvangen, dan volstaat één belastingaanslag.

De ondernemer geeft per belastingsoort aan of hij uitstel van betaling wil. Behalve voor de inkomstenbelasting, inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, vennootschapsbelasting, loonheffingen en omzetbelasting (btw). Voor deze vijf kan in één keer tegelijk uitstel van betaling worden aangevraagd. Wachten totdat voor alle vijf aanslagen zijn opgelegd is niet nodig, één aanslag is voldoende. De ondernemer kan desgewenst een ontvangen belastingaanslag betalen, als hij het uitstel niet nodig heeft.

Ontvangt de ondernemer een aanslag voor een belastingsoort waarvoor hij nog geen uitstel heeft aangevraagd, dan moet voor die belastingaanslag nog wel apart uitstel worden gevraagd.

 

Per online formulier of brief
Het uitstel kan zowel met een online formulier als per brief worden aangevraagd.

Online
De onlinemogelijkheid staat alleen open voor uitstelverzoeken van maximaal drie maanden. Het online formulier 'Verzoek bijzonder uitstel van betaling voor 3 maanden' staat op de website van de Belastingdienst. De toegang is beveiligd met DigiD. Ook als de onderneming een rechtspersoon is moet het DigiD (van een werknemer of fiscaal dienstverlener) gebruikt worden. Het Digid gebruikt de Belastingdienst alleen voor de toegang, het wordt verder niet opgeslagen.

Schriftelijk
Het verzoek om uitstel van betaling kan ook schriftelijk worden ingediend door een brief te sturen naar:

Belastingdienst
Postbus 100
6400 AC Heerlen

 

Betalingsuitstel
Vanaf het moment dat de ondernemer zich meldt, wordt de invordering van zijn belastingschulden voor de aangevraagde belastingen direct stopgezet, voor de termijn dat de ondernemer in zijn verzoek heeft gedaan. Dat geldt ook voor belastingschulden die al zijn ontstaan voordat de coronacrisis uitbrak. De inhoudelijke beoordeling door de Belastingdienst van het verzoek vindt pas na drie maanden plaats. Dat betekent dat de ondernemer feitelijk meteen uitstel van betaling krijgt.

Het verzoek hoeft ook maar eenmalig te worden gedaan. Het uitstel geldt voor reeds opgelegde aanslagen vanaf de dagtekening van het verzoek om uitstel van betaling en alle nog op te leggen aanslagen in de daaropvolgende maanden dat het betalingsuitstel geldt. Daarnaast geldt het uitstel totdat de Belastingdienst op het uitstelverzoek beslist.

Voor het uitstel van betaling voor de duur van drie maanden is geen verklaring meer nodig. Verder hoeft geen nadere informatie te worden verstrekt bij het verzoek.

 

Langer dan drie maanden
Mogelijk is uitstel van betaling voor drie maanden voor ondernemers nog te kort. Ondernemers kunnen ook voor een langere periode dan drie maanden uitstel aanvragen. Dit verzoek kan niet online worden gedaan, maar moet schriftelijk worden ingediend.

Bij het verzoek moet de ondernemer de omstandigheden aangeven waardoor zijn onderneming door de coronacrisis is getroffen. Bijvoorbeeld omdat de omzetcijfers, opdrachten, bestellingen of reserveringen aanzienlijk zijn gedaald ten opzichte van vorige maanden. Deze gegevens moet de ondernemer binnen de periode van drie maanden aanleveren.

Totale belastingschuld tot € 20.000
Als de totale belastingschuld lager is dan € 20.000, volstaat het schriftelijke verzoek. Een verklaring van een zogenoemde derde-deskundige is niet nodig.

Totale belastingschuld boven € 20.000
Bij een hogere belastingschuld dan € 20.000 moet wel een verklaring van een derde-deskundige worden overgelegd. De derde-deskundige moet verklaren dat het aannemelijk is dat de financiële problemen hoofdzakelijk door de coronacrisis zijn ontstaan.

Een derde-deskundige is bijvoorbeeld een externe consultant, een externe financier, een branche-organisatie of de belastingadviseur of accountant van de ondernemer. Het mag niet iemand uit de eigen onderneming zijn.

 

Geen boete
De behandeling van verzoeken om uitstel van betaling moet handmatig plaatsvinden, zodat behandeltijden kunnen oplopen indien veel verzoeken binnenkomen. Om ondernemers tegemoet te komen zal de Belastingdienst de komende tijd automatisch de verzuimboete voor het niet (tijdig) betalen achterwege laten of terugdraaien.

Ondernemers hoeven de boete dus niet te betalen en ook geen bezwaarschrift tegen de boete in te dienen, als zij toch een belastingaanslag met boete ontvangen.

 

Schriftelijke ontvangstbevestiging
De Belastingdienst stuurt na ontvangst van het uitstelverzoek een schriftelijke ontvangstbevestiging. De belastingschuldige ontvangt maar één ontvangstbevestiging, ook als het uitstelverzoek bedoeld is voor meerdere aanslagen. Door de oplopende behandeltijden kan verzending enige tijd op zich laten wachten.

 

Melding betalingsonmacht
Doet iemand – in zijn functie als bestuurder van een commerciële onderneming die een rechtspersoon is en onder de vennootschapsbelasting valt – het uitstelverzoek voor loonheffingen en/of omzetbelasting (btw), dan beschouwt de Belastingdienst het uitstelverzoek ook als een melding betalingsonmacht.

De Belastingdienst heeft het beleid omtrent de melding betalingsonmacht op 8 april 2020 gewijzigd. De melding hoeft niet meer afzonderlijk te worden gedaan. Dit geldt voor zowel de al verstreken als voor de toekomstige tijdvakken. De Belastingdienst beoordeelt de melding betalingsonmacht en koppelt daarover apart terug.

 

Tot 19 juni 2020
Het versoepelde uitstelbeleid geldt tot in ieder geval 19 juni 2020.

Bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is de regeling Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (TOGS) per 27 maart 2020 opengesteld. De TOGS (die eerder bekend werd gemaakt onder de noemer Noodloket) is een eenmalige belastingvrije gift van € 4000 aan ondernemingen die rechtstreeks zijn getroffen door overheidsmaatregelen rond de coronacrisis. Ook bepaalde culturele instellingen kunnen de TOGS aanvragen.

 

Gedupeerde onderneming
Door die overheidsmaatregelen zien ondernemingen en instellingen (hierna ondernemingen) hun omzet geheel of grotendeels verdwijnen. De gemiste omzet kan bovendien moeilijk worden ingehaald wanneer de coronacrisis achter de rug is. Voor deze gedupeerde ondernemingen geldt dat een groot deel van hun vaste lasten intussen gewoon doorlopen en hun uitgaven in veel gevallen al gedaan zijn. Het gaat concreet om ondernemingen die:

  • Door overheidsingrijpen gedwongen hun deuren moeten sluiten;
  • Dicht moeten vanwege het verbod op het organiseren van bijeenkomsten en evenementen, ook met minder dan honderd personen; of
  • Direct getroffen zijn door het negatieve reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Op basis hiervan is gekomen tot een eerste afbakening van de doelgroep die in aanmerking komt voor de TOGS:

  • eet- en drinkgelegenheden (restaurants, cafetaria’s, cafés en dergelijke);
  • bioscopen;
  • haar- en schoonheidsverzorging (kappers, pedicures, visagisten en dergelijke);
  • reisbemiddeling en reisorganisaties;
  • rijschoolhouders;
  • sauna’s, solaria, zwembaden, fitnesscentra, sportclubs en sportevenementen;
  • bepaalde private culturele instellingen zoals musea, circus, theaters, schouwburgen en muziekscholen;
  • bepaalde groepen ondernemers in de detailhandel, zoals winkeliers, benzinestations, tuincentra.

Het gaat hierbij om ondernemingen die zijn gevestigd buiten de woning. De enige uitzondering vormen eet- en drinkgelegenheden, bijvoorbeeld een café waar de eigenaar, huurder of pachter boven woont (zie hierna voor een nadere toelichting op de vestigingsvereiste).

Uitbreiding doelgroep
Vanaf 15 april 2020 wordt de doelgroep verder vergroot. Diverse contactberoepen – zoals tattooshops – die zich eerder nog niet konden aanmelden, omdat ze geen specifieke SBI-code hadden, krijgen toegang tot de TOGS. Ook worden kleinere MKB-winkeliers in de voedselsector, dienstverlening zoals taxi’s en particuliere beveiliging, praktijken van onder andere tandartsen, fysiotherapeuten en verloskundigen en toeleveranciers van eet-en drinkgelegenheden of (culturele) evenementen en groothandels toegevoegd.

Anticumulatie met andere financiële maatregelen
Voor bepaalde sectoren zijn ook andere regelingen uit het noodpakket economie en banen in werking gesteld. Zo kunnen zorgaanbieders een beroep doen op een continuïteitsbijdrage van zorgverzekeraars (zie Financiële maatregelen voor ondernemers in dit Dossier Corona). Om overlap tussen de regelingen te voorkomen, moet een zorgaanbieder verklaren in hoeverre de omzetuitval en personeelskosten reeds vergoed zijn via deze continuïteitsbijdrage.

Lijst met SBI-codes
Zie voor een gedetailleerde lijst met Standaard Bedrijfsindeling (SBI-codes) de website van de RVO (www.rvo.nl/vastgestelde SBI-codes).

Beoordeling bij afwijkende SBI-code
Ondernemers die, op basis van hun hoofdactiviteit, menen in aanmerking te komen voor de TOGS, maar zien dat zij geregistreerd staan onder een verkeerde SBI-code, kunnen dit melden bij de RVO. De RVO zal deze verzoeken dan per geval bekijken op redelijkheid en billijkheid, dan wel toetsen aan de economische activiteit waarmee de onderneming in het Handelsregister staat ingeschreven.
 

  • Invorderings- en belastingrente

De invorderingsrente, die berekend wordt gedurende de looptijd van het uitstel, is tijdelijk verlaagd van 4% naar 0,01%. Dit geldt met ingang van 23 maart 2020.

 

Om ondernemers tegemoet te komen zal het kabinet het percentage van de belastingrente ook tijdelijk verlagen naar 0,01%. Deze verlaging zal gelden voor alle belastingen waarvoor belastingrente geldt. Het kabinet zal de belastingrente zo snel mogelijk aanpassen. Daarbij geldt om uitvoeringstechnische redenen dat de tijdelijke verlaging van het percentage van de belastingrente ingaat vanaf 1 juni 2020.

De enige uitzondering hierop vormt de tijdelijke verlaging van het percentage van de belastingrente in de inkomstenbelasting, die zal ingaan vanaf 1 juli 2020.

 

  • Verlaging van voorlopige aanslag IB / VPB 2020

 

Verwacht een ondernemer een lagere winst vanwege de coronacrisis en betaalt deze nu een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting, dan kan de voorlopige aanslag worden gewijzigd, zodat direct minder belasting betaald wordt.

De mogelijkheid om een voorlopige aanslag te verminderen geldt niet voor voorlopige aanslagen over voorgaande jaren.

 

Een verzoek om vermindering van de voorlopige aanslag zal door de belastingdienst direct worden ingewilligd. Dit verzoek wordt derhalve niet inhoudelijk beoordeeld.

  • Premiedifferentiatie WW

 

Om de lage ww-premie te kunnen toepassen, moet sprake zijn van een schriftelijk contract voor onbepaalde tijd. Bij arbeidscontracten voor onbepaalde tijd mag de lage WW-premie alleen toegepast worden wanneer het contract geen oproepcontract is, schriftelijk is vastgelegd en ondertekend is door zowel werkgever als werknemer. Bij arbeidscontracten die uiterlijk 31 december 2019 zijn ingegaan, kan het zijn dat deze alsnog schriftelijk moeten worden vastgelegd.

Vanwege de Coronacrisis wordt de coulanceperiode om aan die voorwaarde te voldoen verlengd tot 1 juli 2020.

 

Om misbruik te voorkomen, is bepaald dat de hoge premie ook is verschuldigd als een werknemer op jaarbasis meer dan 30% werkt bovenop de uren in zijn of haar contract. Dan geldt de hoge premie met terugwerkende kracht. Momenteel bestaat bijvoorbeeld in de zorg en bij supermarkten de mogelijkheid dat werkgevers door deze bijzondere omstandigheden onbedoeld de hoge WW-premie moeten betalen. Dit wordt aangepast.

 

  • Verlaging gebruikelijk loon 2020 DGA

De DGA krijgt de mogelijkheid om het loon te verlagen en het gebruikelijk loon over 2020 pas achteraf vast te stellen

 

Verlaging maandloon voor restant 2020
De BV en de houder van het aanmerkelijk belang in die BV (ab-houder) mogen gedurende 2020 tijdelijk een lager maandloon afspreken, als de coronacrisis grote gevolgen heeft voor de omzet en liquiditeit van de BV. Pas aan het einde van het jaar moet de BV het gebruikelijk loon over geheel 2020 voor de ab-houder vaststellen en in de aangifte loonheffingen vermelden. Omdat de impact van de coronacrisis op de BV pas aan het einde van 2020 duidelijker is, mag het gebruikelijk loon over geheel 2020 dus achteraf bepaald worden.

 

Geen terugwerkende kracht
In 2020 al uitbetaald loon aan de ab-houder kan niet met terugwerkende kracht worden verlaagd. De BV mag het loon van de ab-houder alleen voor de toekomstige maanden in 2020 verlagen.

 

Aangifte loonheffingen
Bij verlaging van het maandloon vermeldt de BV in de aangiften loonheffingen het loon dat de ab-houder heeft genoten, inclusief het eventuele loon in natura (bijvoorbeeld privégebruik van een auto of fiets). Uiterlijk aan het einde van 2020 (of als dat eerder is het einde van de dienstbetrekking), bepaalt de BV wat het gebruikelijk loon voor het jaar 2020 is. Heeft de ab-houder te weinig loon van de BV genoten, dan moet het verschil nog als loon worden aangeven.

 

Geen toestemming Belastingdienst
De BV en de ab-houder mogen het tijdelijk lager loon zonder toestemming vooraf van de Belastingdienst overeenkomen.

 

  • Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA)

 

De TOFA is bedoeld voor werknemers met een flexibel contract die door de coronacrisis geen inkomsten hebben en geen uitkering kunnen krijgen. Het gaat hierbij vooral om flexwerkers, met name oproepkrachten en uitzendkrachten. Zij zijn vanwege hun flexibele arbeidscontract minder beschermd dan werknemers met een vast contract.

Om de tegemoetkoming TOFA te krijgen, moet u aan enkele voorwaarden voldoen:

  • Uw svloon over februari 2020 was minimaal 400 euro
  • Uw svloon over maart 2020 was minimaal 1 euro
  • U was op 1 april 2020 18 jaar of ouder, maar u had de pensioengerechtigde leeftijd nog niet bereikt
  • Uw svloon over april 2020 was maximaal 550 euro
  • Uw svloon over april 2020 was ten minste 50% lager dan uw sv-loon over februari 2020
  • U moet schriftelijk verklaren dat u als gevolg van geleden inkomensverlies de tegemoetkoming nodig heeft als bijdrage in de
            gebruikelijke kosten van het levensonderhoud; en
  • U moet schriftelijk verklaren dat u over de periode april 2020 geen loondervingsuitkering of een uitkering op grond van hoofdstuk 3
            of artikel 78f van de Participatiewet toegekend hebt gekregen, dan wel een vergelijkbare uitkering op grond van een buitenlandse
            wettelijke regeling.

 

De tegemoetkoming wordt toegekend over de periode 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020. De tegemoetkoming bedraagt per kalendermaand bruto 550 euro.

 

  • Maatregelen van banken

 

Financieel gezonde bedrijven krijgen van een aantal banken 6 maanden uitstel van aflossing op hun leningen tot 2,5 miljoen euro. Met de maatregel willen ze vooral kleine ondernemers wat lucht bieden. 

De banken geven aan dat zij elke aanvraag eerst zullen beoordelen alvorens het uitstel wordt verleend.


De meeste banken bieden ook een tijdelijke betaalpauze aan voor het voldoen van de aflossing op hypotheken of consumptieve leningen (een enkele bank biedt ook een uitstel voor betaling van rente). Elke bank koppelt hier zijn eigen voorwaarden aan.


Let op! Men moet zelf contact opnemen met de bank. De betalingen worden niet vanzelf stil gezet. 

 

  • Maatregelen van pensioenuitvoerders

 

Pensioenuitvoerders komen ondernemers, die door de coronacrisis in acute problemen komen, zoveel mogelijk tegemoet bij problemen met het betalen van de pensioenpremies. Dit zonder de rechten van werknemers aan te tasten.

Het uitstel bij het innen van de pensioenpremies kan op verschillende manieren; de omvang van de problemen verschilt per sector.

Een werkgever kan een betalingsregeling treffen met zijn pensioenuitvoerder, fondsen en verzekeraars kunnen coulanter zijn met het opeisen van achterstallige premies, of de betalingstermijn voor een hele sector kan worden verlengd.

 

Vooralsnog gaat het alleen om uitstel van premiebetaling. De opbouw van pensioenrechten van werknemers gaat gewoon door.

 

  • Kinderopvang

Het kabinet trekt € 175 miljoen uit om de eigen bijdrage van ouders voor de kinderopvang te compenseren. Dat bedrag kan nog hoger worden als de opvang nog langer gesloten moet blijven.

De kinderopvanglocaties zijn sinds 16 maart gesloten. Alleen ouders die in de vitale sectoren werken mogen hun kinderen nog brengen. Aan ouders die normaliter kinderopvang gebruiken, is gevraagd de gehele factuur aan de kinderopvang te blijven betalen. Ook als zij op dit moment niet van kinderopvang gebruik kunnen maken. Ouders die de factuur blijven doorbetalen, krijgen daarom de eigen bijdrage die ze hierbij betalen, gecompenseerd. Dit geldt zowel voor kinderdagopvang, buitenschoolse opvang, als gastouderopvang. Daarmee wordt ook voorkomen dat ouders zich genoodzaakt voelen de kinderopvang om die reden op te zeggen, met alle gevolgen van dien.