EXTRA SANTIP I.V.M. CORONAVIRUS (16-03-2020)
Zondag 15 maart heeft het kabinet aanvullende maatregelen genomen in de aanpak van het coronavirus. Wij zetten hieronder
de maatregelen op een rij en gaan in op de regelingen waarmee het kabinet ondernemers, die in problemen (dreigen te)
komen, tegemoetkomt.
De gisteren afgekondigde maatregelen in de aanpak van het coronavirus zijn:
- Scholen en kinderdagverblijven gaan dicht vanaf maandag 16 maart tot en met maandag 6 april. Het gaat hierbij
om scholen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en mbo. - Voor kinderen van ouders in bijvoorbeeld de zorg, politie, openbaar vervoer en brandweer is er wel opvang in de
school en het kinderdagverblijf, zodat hun ouders kunnen blijven werken. Klik hier voor een lijst van cruciale
beroepsgroepen. - Docenten gaan onderwijs op afstand organiseren voor kinderen die thuis zitten, met prioriteit voor
eindexamenleerlingen in het voortgezet onderwijs en het mbo. - Alle eet- en drinkgelegenheden gaan dicht vanaf zondag 15 maart 18.00 uur tot en met maandag 6 april.
- Sport- en fitnessclubs, sauna’s, sexclubs en coffeeshops sluiten vanaf zondag 15 maart 18.00 uur tot en met
maandag 6 april. - Iedereen in Nederland wordt gevraagd om waar mogelijk 1,5 meter afstand van elkaar te bewaren. Ook
bijvoorbeeld bij het boodschappen doen. - Alle eerder genomen maatregelen worden verlengd tot en met maandag 6 april.
Niet valt uit te sluiten dat er nog verdergaande maatregelen zullen worden getroffen.
Om ondernemers die in problemen (dreigen te) komen, tegemoet te komen, neemt het kabinet verschillende maatregelen.
Zo is er de regeling werktijdverkorting, kan de belastingdienst uitstel van betaling + verlaging van voorlopige aanslagen verlenen en verruimt EZK de borgstelling midden- en kleinbedrijf.
Hieronder lichten wij elke categorie toe.
Regeling werktijdverkorting
Ondernemers die zwaar zijn getroffen door de impact van het coronavirus kunnen onder bepaalde omstandigheden een beroep doen op de al bestaande werktijdverkortingsregeling. Die regeling is toepasbaar als u tijdelijk geen werk meer hebt voor (een deel) van uw personeel door omstandigheden die buiten het normale ondernemersrisico vallen.
Bedrijven die recht hebben op de regeling kunnen personeel minder uren laten werken. De werktijdverkorting kan alleen
aangevraagd worden voor werknemers waarvoor een loondoorbetalingsverplichting geldt, dus niet voor oproepkrachten met een nul-urencontract en uitzendkrachten.
Een werkgever komt in aanmerking voor werktijdverkorting als deze kan aantonen dat het bedrijf
- minimaal 2 en maximaal 24 weken
- minimaal 20% minder werk heeft
- door de gevolgen van het coronavirus.
Voorbeelden van bedrijven die hiervoor in aanmerking komen zijn de hiervoor genoemde bedrijven zoals eet- en
drinkgelegenheden die in ieder geval tot en met 6 april verplicht dicht moeten of de fabriek waar al weken geen onderdelen uit China meer worden geleverd en er dus geen werk meer is.
De werktijdverkorting vergunning vraag je aan bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het aanvraagformulier is te downloaden op de site van de Rijksoverheid. Zodra de vergunning is ontvangen, dient dit gemeld te worden bij het UWV en kan bij het UWV een WW-uitkering bij werktijdverkorting worden aangevraagd.
Het UWV vergoedt achteraf de uren dat de werknemers niet werkten tijdens de vergunningsperiode. Dit geldt alleen voor de uren waarvoor u een vergunning heeft. Als uw werknemers aan de voorwaarden voldoen, maakt het UWV de WW-uitkeringen aan u over.
U betaalt dus minder loonkosten, terwijl uw werknemers volledig in dienst blijven. Uw werknemers blijven bij u in dienst. Meestal merken zij financieel dus weinig van de werktijdverkorting: zij ontvangen gewoon hun loon. Wel spreken de werknemers in die periode hun ww-rechten aan. Die uren moet het personeel dus wel hebben opgebouwd.
ZZP
Een zzp'er kan geen gebruikmaken van de werktijdverkorting, omdat deze alleen van toepassing is voor medewerkers in
loondienstverband. Wel kan een ZZP een inkomensaanvulling of lening aanvragen op grond van het Besluit bijstandverlening
zelfstandigen (Bbz).
Uitstel betaling belastingdienst
Om ervoor te zorgen dat ondernemers liquiditeitsproblemen het hoofd kunnen bieden, is er de mogelijkheid tot het verzoek om bijzonder uitstel van betaling in de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting.
De Belastingdienst zal uitstel van betaling verlenen als de ondernemer schriftelijk motiveert dat hij door de coronacrisis in de
problemen is gekomen. Zodra het verzoek om uitstel bij de Belastingdienst binnen is, zet de Belastingdienst de invordering stil.
Individuele beoordeling van het verzoek vindt later plaats. De gebruikelijke vereisten voor het verlenen van uitstel blijven gelden.
Om ondernemers tegemoet te komen zal de Belastingdienst de komende tijd een verzuimboete voor het niet (tijdig) betalen
achterwege laten of terugdraaien. De behandeling van verzoeken om uitstel moet handmatig plaatsvinden, zodat behandeltijden kunnen oplopen indien veel verzoeken binnenkomen. Daarnaast betalen ondernemers nu belasting op basis van een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. (bron: ‘Kamerbrief over economische maatregelen met betrekking tot het coronavirus’)
Verlaging voorlopige aanslag
Ondernemers die een lagere winst verwachten door de coronacrisis kunnen een verzoek indienen voor een verlaging van de
voorlopige aanslag, zodat ze meteen minder belasting gaan betalen. Deze verzoeken zullen door de Belastingdienst worden
ingewilligd.
Verruiming Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)
De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft besloten om, in verband met het coronavirus, versneld (per
vandaag 16 maart 2020) de BMKB tijdelijk te verruimen, zodat bedrijven met een gezond toekomstperspectief gefinancierd kunnen blijven. Het ministerie van EZK staat via de BMKB borg voor de kredieten aan ondernemers, zodat zij makkelijker geld kunnen lenen.
Ondernemers kunnen hiervoor terecht bij kredietverstrekkers, zoals banken. In de reguliere regeling betreft het borgstellingskrediet 50% van het krediet dat de financier (vaak een bank) verstrekt. De borg van de overheid bedraagt 90% van dit borgstellingskrediet.
Met deze verruimingsmaatregel wordt de omvang van het borgstellingskrediet in de BMKB verhoogd van 50% naar 75%. Bovendien is de regeling ook toepasbaar op overbruggingskredieten en rekening courant kredieten met een looptijd tot 2 jaar.
Uiteraard kunt u ons bereiken als u meer wilt weten over een van bovengenoemde onderwerpen of hulp nodig heeft bij het indienen van verzoeken.
Verder zullen wij zoveel als mogelijk met al onze klanten persoonlijk contact opnemen om te kijken wat hulp kan bieden.