ALLES BEWAREN
Santip 2019-juni
Klant belt; “Hé Sander, kan ik al mijn privé-administratie weggooien en tot welk jaar?”. Dit zijn
altijd de leukste gesprekjes van de week. Ik antwoord; “Niet!” U hoort al de reactie van de klant;
”Niks weggooien??” En ik herhaal; “Ja, niks weggooien”. Ik geniet ervan. Nadat het gemor en de
mitsen en maren over de bühne zijn geweest, leg ik het verhaal uit aan de hand van een zeer
recente uitspraak van de Hoge Raad over aftrek van kosten van de eigen woning, lees aftrek
van de hypotheekrente. Wat was het geval.
Hoge Raad d.d. 19 april 2019 (ECLI:NL:HR:2019:629)
Een echtpaar verhoogde de hypothecaire lening voor hun eigen woning in 2007 met € 93.500.
De eigen woningschuld steeg daarmee in totaal door naar € 468.000.
Naar aanleiding van een vragenbrief van de fiscus gaven zij aan dat de verhoging verband hield
met een verbouwing, maar konden dit echter niet met bewijsstukken onderbouwen. De stukken
hadden ze niet meer.
De Belastingdienst had de aangiften van 2007 tot en met 2009 gevolgd.
Hof Den Bosch was op de hand van het echtpaar en oordeelde dat het door de Belastingdienst
volgen van aangiften over bepaalde jaren, niet met zich meebrengt dat men dan niet meer met
schriftelijke stukken hoeft aan te tonen dat de uitgaven kwalificeren als kosten eigen woning.
Maar de inspecteur had zijn rechten om daarnaar te vragen, verspeelt, omdat hij dat pas na
afloop van de navorderingstermijn van 5 jaar deed.
De uitspraak van het Hof lijkt niet gek toch?
Maar de Hoge Raad is het niet eens met het hof.
In de wet is niet opgenomen dat de inspecteur de schriftelijke bewijsstukken moet opvragen
binnen zes jaar of binnen de navorderingstermijn. Het maakt ook niet uit dat de inspecteur in
andere jaren de aftrek van de rente wel heeft geaccepteerd.
Dit is slechts anders als het echtpaar aannemelijk kan maken dat de inspecteur op basis van
een weloverwogen standpunt van de inspecteur de aangifte inkomstenbelasting in die andere
jaren op dit punt heeft gevolgd.
Dit heeft het echtpaar niet gedaan.
De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en bepaalt dat de eigenwoningschuld
€ 374.500 is omdat het echtpaar het benodigde bewijs niet kan leveren.
Conclusie
Zolang een lening voor een verbouwing niet door de inspecteur is beoordeeld en erkend is als
een eigenwoningschuld kan een belastingplichtige altijd worden gevraagd om met schriftelijke
stukken (nota’s, betaalbewijzen e.d.) bewijs te leveren.
Het feit dat de aangifte al jaren is gevolgd door de fiscus is niet voldoende om daaraan het
vertrouwen te ontlenen dat de lening reeds is beoordeeld en derhalve akkoord is. Maar dit
laatste denken belastingplichtigen vaak wel. Een dergelijke aanname is dus te kort door de bocht.
Het is dus zaak om altijd alles (digitaal) te bewaren ook na 20 jaar na dato nog de bewijsstukken
kunnen worden aangeleverd.
Dit gaat ook zeker spelen in de nabije toekomst als de 30-jaars termijn van aftrek van
hypotheekrente - ingevoerd in de wet vanaf 2001 - voor het eerst in beeld komt. Natuurlijk we
hebben nog 11 jaar, maar ik voorzie de discussies met de fiscus al voor me.
Daarnaast is het altijd goed om alles te bewaren, mochten de echtelieden elkaar naar verloop
toch niet meer zo leuk vinden. Ook dat scheelt een hoop discussie en geld.